Op een vrije autorit, doelloos, zonder navigatie en maar zien wat er achter de volgende bocht ligt, kwam ik in het Duitse stadje Rheine terecht. Een stadje dat rustig in de hete zomerzon lag te blakeren en waar de Eems (hier nog ondiep) doorheen kabbelde. Waarom weet ik tijdens deze ritten nooit, is ook niet belangrijk, maar ik besloot hier het centrum te gaan bezoeken.
De auto in das Parkhaus (kan ook der- die- den Parkhaus zijn, zo goed was ik niet in de Duitse naamvallen) en gelijk genieten van de vakwerkhuizen die zo enorm verschillen van de onze. En van de beierende klokken die bezit namen van de kleine straatjes die glooiend door het oude centrum kronkelden. En die klokken kan ik vertellen gingen los; wat een zwaar bronsen geluid. Een blik op de torenklok maakte duidelijk dat het hier geen tijdsaanduiding betrof, mijn nieuwsgierigheid was getrokken en ik betrad de kerk aan het uitgestorven stadsplein.
Stilte…Koelte… Devotie… De grootte van deze kathedralen (en dan was dit een relatief kleine), de rijke aankleding, het heldere glas in lood, het doet wat met me. Er komt rust over me heen, een diep respect voor het Hogere. Er zaten mensen te bidden, ik ergerde mij aan het extreem luide piepende geluid dat door mijn sportschoenen werd voortgebracht, paste daar mijn lopen op aan, en besloot twintig cent te besteden aan een kaarsje wat ik voor mijn vader zaliger (dat klinkt in dit geval wel goed) op te steken. Even heb ik nog op de hardhouten banken gezeten achter in de kerk. Maar toen de pastoor aanstalten begon te maken om een mis te beginnen ben ik de kerk maar uitgegaan.
Een wandeling door de schitterende winkelstraten (waar het net zo rustig was als in Hoogeveen) en in de verte ontdekte ik weer een kathedraal, nog groter dan de vorige. Over de Stadsbrucke (hersteld in 1960 omdat de geallieerden de originele hadden opgeblazen, ook daar was leed) zette ik er de pas in. De kerktorens waren stuk voor stuk met koper bekleed (teken van rijkdom) en zelfs de kerkdeuren waren van koper (of brons). Zo zwaar die deuren dat er een kettingslot om de hengsels hing om de deur open te houden. Ja open, u leest het goed. Ook dit kathedraal was groot, ruim. Ditmaal vielen mij het enorme aantal biechthokjes op. Twintig maar liefst, 10 aan beide zijden. Of zoiets nu een goed teken is of niet, dat weet ik als gereformeerde broeder niet. Tenslotte biechten wij niet op aarde maar pas als wij voor onze Schepper staan.
Ook hier ben ik even gaan zitten mediteren, in de stilte, geheel zonder afleiding je gedachten laten gaan. Die gedachten hou ik voor mijzelf al kan ik rustig zeggen dat ze niet louter religieus waren. Met rust in mijn hoofd verliet ik deze kerk, maar de kerk mij niet. In de auto terug naar Nederland begon ik er over na te denken hoe mooi het is dat de Godshuizen geopend waren. Dat je er gewoon naar binnen kan stappen en tot jezelf kan komen, even praten met God als je er behoefte aan hebt, al hoeft dat natuurlijk niet.
Het is ook meer katholiek dan gereformeerd (PKN tegenwoordig) om de kerkdeuren open te houden en niet af te sluiten. De katholieke kerk kent dus geen sluitingstijden (ja ik weet ook wel dat ze na zonsondergang op slot gaan). En op mijn vijftigste kom ik er achter dat ik dat heel mooi vind. Even alleen zijn met God en niet alleen in de kerk komen tijdens de diensten. Onlangs in Meppel hoorde ik vanuit de kerk prachtige orgelklanken, ik wilde graag naar binnen maar de poorten waren dicht. Zo jammer, want zelfs het oefenen van de organist is al zalig om aan te horen. Kortom, ik ben voor het openen der kerken!!
En ja, ik ken de uitdagingen die dat zou opleveren, de angst voor diefstal; vernielingen; het idee dat er dan toch minstens een koster of vrijwilliger moet zijn. Maar daar zijn vast wel mouwen aan te passen? Ik zou het mooi vinden in elk geval, want geloof me ik ben zeer zeker geen heilige, geen regelmatige kerkganger (ik kom er meer niet dan wel), calvinistische dogma’s probeer ik achter me te laten, maar ik zou het mooi vinden. Mooi om gewoon even ‘dicht bij God te zijn’ en even mijn rust te vinden.
Ik ga even een gat in de wind fietsen, want ook daar vind ik het alles en niets.
Fijne zondag!
*De afgebeelde kerk is het Antonius Kathedraal in Rheine Duitsland
[smoothslider id=’1′]