HOOGEVEEN – Na de nederlaag van afgelopen zondag tegen Hollandia is het voor Hoogeveen zaak om zondag thuis tegen Be Quick 1887 de draad weer op te pakken. Hetgeen geen eenvoudige opgave zal worden, aangezien de ploeg uit Haren tot nu toe voor geen enkele ploeg onder heeft gedaan. Natuurlijk was de nederlaag tegen Hollandia afgelopen zondag een tegenvaller. Een verrassing was het ook weer niet, omdat de tegenstander daarmee tekort gedaan zou worden. De ploeg uit Hoorn beschikt namelijk over een uitstekende ploeg, die niet voor niets de eerste periodetitel won. Kortom, dat soort wedstrijden kun je verliezen.
Nadeel was natuurlijk wel dat Nico Haak na het vertrek van Jearl Margaritha moest sleutelen aan zijn succesvolle basisformatie. Dit vergt tijd, al viel het spel in de eerste helft tegen Hollandia zeker niet tegen. Zeker als je hierbij in acht neemt dat er van goed voetbal op de slechte grasmat, die meer op een ijsbaan leek, geen sprake kon zijn. Wat dat betreft biedt de vertrouwde plastic ondergrond op het eigen hoofdveld weer meer houvast.
Be Quick 1887 kende na de degradatie uit de Derde Divisie vorig seizoen een moeilijk jaar in de Hoofdklasse. Onrust over vergoedingen speelde hierbij zeker een rol. Van die onrust is nu niets meer te merken en men lijkt zich te ontwikkelen tot een stabiele hoofdklasser, al moeten er natuurlijk nog wel de nodige punten worden gehaald om uit de onderste regionen weg te komen. De rust en positieve ontwikkeling is zeker ook de verdienste van trainer Steven Wuestenenk.
Eerder dit seizoen won Hoogeveen in Haren moeizaam met 1-2. Met name in de eerste helft was Be Quick toen de bovenliggende partij. In totaal stonden beide ploegen in Hoogeveen veertien keer eerder tegenover elkaar. Hiervan won Hoogeveen er negen, speelde het één keer gelijk en werd er vier keer verloren.
De wedstrijd begint zondag om 14.00 uur.
Hoogeveen zaterdag speelt een dag eerder een uitwedstrijd bij Lutten. Dit duel begint om 14.30 uur. Op de foto een fragment uit de wedstrijd van eerder dit seizoen in Haren.
(Foto: Janet van der Weij)