HOOGEVEEN – Woensdag, 26 september jongstleden, hield Jan Pol een interessante lezing over de geschiedenis van de post in Hoogeveen aan de hand van foto’s, films en tekstfragmenten. 27 Luisteraars waren aanwezig bij de presentatie waarmee ik een krant zou kunnen vullen. Was inderdaad alles vroeger beter en het werk van de postbezorger van toen een luizenbaan?

De lezing had een persoonlijk tintje. De vader van Jan Pol – ook Jan Pol geheten- was jarenlang postbode in Hoogeveen geweest en hijzelf had als kleine jongen meegelopen met zijn vader en zich ook eens verkleed als postbode. Voor de duidelijkheid: streekhistoricus Jan Pol houdt lezingen over meerdere onderwerpen en hield ook deze lezing op persoonlijke titel, dus niet namens de Historische Kring Hoogeveen. Onder de toehoorders bevonden zich ook een aantal (voormalige) postmedewerkers, die herinneringen ophaalden tijdens de presentatie.

Het is prettig als de gasten actief meedoen. Enige gevoelens van nostalgie waren enkelen niet vreemd in het licht van de ontwikkelingen van nu. Sommigen oudere luisteraars kenden en herkenden bepaalde PTT-postbodes zelfs nog persoonlijk. Jan Pol belichtte de post in onze stad aan de hand van diverse thema’s, na een korte algemene voorgeschiedenis over de post. In de Franse tijd in 1799 kwam de post in handen van de staat en was niet langer voorbehouden aan de elite.

Het staatsmonopolie op de post bleef van kracht tot 1989. Rond 1850 werd de post in Hoogeveen nog met de beurtschipper, per koets of te voet bezorgd. Het spoor betekende een belangrijke stimulans voor het postwezen in Hoogeveen. In 1865 kreeg Hoogeveen zijn eerste eigen postkantoor die zich in de loop der jaren onder meer vestigde in de Schutstraat, Het Haagje, Grote Kerkstraat (dat Vincent van Gogh ook bezocht heeft, die in 1883 in Hoogeveen verbleef), Hoofdstraat en de Van Echtenstraat. De trein, vrachtwagen en stoomtram namen begin 20e eeuw veel van het postvervoer over.

De postkantoren boden een breed assortiment aan diensten, ook bankzaken. De hulpkantoren vestigden zich in de omgeving van Hoogeveen, waaronder in Hollandscheveld, waar Piet Kleine werkte: hij was schaatskampioen, maar wilde bij de post blijven werken. De foto’s laten zien dat de PTT-postbodes zich sterk verbonden voelden met het bedrijf en Hoogeveen. Zo was de personeelsvereniging erg actief en organiseerde o.m. toneelvoorstellingen en postmedewerkers deden mee aan grote evenementen in Hoogeveen, zoals de Crearmars.

De overheid gaf de postbode een vaste aanstelling, fatsoenlijk salaris, etiquette en net pak. In de zomer droegen de postbodes een licht pak, hierbuiten een zwart pak. Directeuren en leidinggevenden woonden in het hoofd- of hulppostkantoor van het Rijk. Soms ging het beroep over van vader op zoon. Vele jubilarissen die 40 jaar bij de post hadden gewerkt konden afzwaaien en van hun welverdiende pensioen genieten, zoals Jaap Berends.

Het werk gaf voldoening, maar was zwaar onder het motto dat de post altijd bezorgd moest worden. Met de bakfiets van Hoogeveen naar Beilen en terug. Lange werkdagen, vrieskou doorstaan, lopen en fietsen op modderige wegen, glibberige vlonders en soms wegzakken in het ijs van wijken. Tegenover dit zware werk stond de contacten met de inwoners van toen en de waardering voor hun werk. De vertrouwensband vertaalde zich ook in het feit dat sommigen meeliften met de postkar en verkleumde postbodes kregen een drankje aangereikt.

Lang bleef de post een typische mannenwereld, uitgezonderd het kantoorpersoneel. In 1981 trad echter de eerste vrouwelijke postbode in Hoogeveen in dienst: Jacqueline van der Hoeven. De privatisering van de postmarkt in 1989 betekende een grote ommekeer voor de man en vrouw op de werkvloer: de postbode. De belangen van aandeelhouders en dividenduitkeringen gingen zwaar wegen, evenals die van bestuurders die aan het roer stonden. Wildgroei trad op en ook andere postbedrijven schoten als paddenstoelen uit de grond. Gemor en reorganisaties volgden elkaar snel op en er ontstond veel onzekerheid over baan en inkomen van de postbezorger.

Bedrijfsnamen volgden elkaar snel op (PTT Post, TGP Post, TNT Post, PostNL), hetgeen zich vertaalde in de kleur van de brievenbussen (rood naar grijs en oranje). Toch bleven (sommige) postbodes monter, getuige de film van de fluitende postbode Algret Smit. De uitbreidingsactiviteiten van vroeger, maken plaats voor inkrimping nu. Anno 2018 is het dan ook onzeker of het sorteercentrum aan de Voltastraat in 2019 nog open is, hetgeen voor de postbode van nu weinig motiverend lijkt. Het werk van de postbode van toen was ook zwaar werk, maar zijn werk werd vroeger wel veel beter beloond: men kon toen ook iets hechts opbouwen met een eigen (huur) huis en een gezin. Het Rijk bood vast baan en inkomen, de commerciële markt niet. Ook de sterkere binding tussen het postbedrijf, haar medewerkers en de inwoners van, en de stad Hoogeveen bood voldoening.

Ronald Wilfred Jansen, Hoogeveen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.