Hoogeveen – Jan Stoefzand, inwoner van Noordscheschut, vertelt op zaterdag 30 december tussen 13 en 14 uur in het programma T VEEN OP van Radio Hoogeveen over de gebruiken tijdens de jaarwisseling die hij in zijn jeugd meemaakte.
Algemeen is bekend dat tijdens de jaarwisseling veel lawaai wordt gemaakt. Er wordt voor miljoenen euro’s aan vuurwerk de lucht in geschoten. De Germanen zijn er ooit mee begonnen. Door de nodige herrie te maken verjoegen zij de kwade geesten van het oude jaar en verwelkomden het nieuwe jaar. Om herrie te produceren luidden de kerkklokken, klonken de ratels en werd er flink op trommels geslagen. Vanaf de dertiende eeuw werd er ook flink geknald. Het buskruit had zijn weg vanuit China naar Europa gevonden. Van het begin af aan was het kruit in Nederland populair. Begin jaren zestig van de vorige eeuw kregen we het siervuurwerk.
In Drenthe werd er ook gesleept. Iedereen moest zijn spullen netje binnen hebben staan. Was dat niet het geval, dan werd het “gesleept” en alles was de volgende dag op één plaats in het dorp te “bewonderen.”
Op nieuwjaarsdag wensen we iedereen het beste voor het nieuwe jaar. Vroeger ging het er anders aan toe. Toen werd vooral geld gegeven als je iemand het beste wenste. Op een gegeven moment liep dat de spuigaten uit en gingen mensen op straat staan om iedereen die het maar horen wilde het beste te wensen. Voorbijgangers bleven hun portemonnee trekken.
Deze tijd heeft Jan Stoefzand niet meegemaakt. Zaterdagmiddag vertelt hij op Radio Hoogeveen wat hij wel heeft meegemaakt.