HOOGEVEEN – De voetbalvereniging Hoogeveen is vandaag, woensdag 29 april, jarig. De club viert in deze bijzondere tijden haar 90e verjaardag. Ruimte voor festiviteiten is er door de Corona-crisis niet. Gerjo Stegeman is daarom het verleden ingedoken en kijkt in vogelvlucht terug op de afgelopen 90 jaar. De ontwikkeling van het zondagvoetbal in Hoogeveen start definitief in 1920. Die geschiedenis begint bij H.V.C. Deze club speelde in de NCVB competitieverband tegen Slagharen, Gramsbergen, Ommen en Dedemsvaart. Er werd gevoetbald op een terrein aan de Pesserdijk, even voorbij de huidige vestiging van Kip Caravans. In 1928 ging H.V.C. op in Sparta. Steeds meer Hoogeveners gingen voetballen. Dat leidde er onder andere toe dat Vitesse, dat in 1920 was opgedoekt, in 1928 opnieuw werd opgericht. HVC, Sparta, Vitesse en THOR waren de eerste verenigingen in Hoogeveen, die propaganda voor het voetbal hebben gemaakt. Op 29 april 1930 werd uiteindelijk Hoogeveensche Boys opgericht, dat zich later Hoogeveen zou noemen.

Het eerste bestuur van Hoogeveen (toen nog Hoogeveensche Boys) – Jans Magrié, Jochem Werndly, Jan Veld, Andries Fokkema, Jans van de Wolde, Henk Winkel

OORLOGSTIJD

De oorlog tussen 1940 en 1945 had nogal wat invloed op de voetbalcompetities en dus ook op Hoogeveen. De competitie van de KNVB werd in eerste instantie niet geheel stilgelegd, ondanks het feit dat de bevolking andere zaken had die hen bezighielden werd zo nu en dan een wedstrijd vastgesteld. Ook kwam Ajax naar Drenthe om letterlijk voor spek en bonen te spelen, omdat er een gebrek aan voedsel was in het westen.
De belangrijkste voetbalgebeurtenis vlak na de oorlog was de ontmoeting tegen een Engels team. De Engelsen bouwden toen een brug over de Hoogeveense Vaart. Die wedstrijd werd met 1-0 gewonnen. Enkele weken later werd de wedstrijd Hoogeveen – Canadezen gespeeld, die eindigde in een 3-1 overwinning.

SPAARBANBOS
Begin 1947 verhuisde de club naar het Spaarbankbos, net over de gemeentegrens in de gemeente Ruinen. In het streng calvinistische Hoogeveen was voetballen op zondag namelijk ten strengste verboden. Meer dan twintig jaar zou men daar voetballen. Een periode waar menig Hoogevener nog met weemoed aan terugdenkt. ‘Er was een enorme saamhorigheid in het Spaarbankbos. Je voelde je als een soort paria uit de Hoogeveense gemeenschap en stond er voor elkaar. Die cultuur zie je overigens nu ook nog terug binnen de club en ik ben ik van overtuigd dat dit destijds is ontstaan’, gaf oud-speler Eddy Bulder al eens aan.
Het Spaarbankbos

HOOGEVEEN OP VOETBALKAART

In 1969 verhuisde de club dan toch naar het Bentinckspark en mocht het binnen de gemeentegrenzen op zondag voetballen. Sportief begon het aan een enorme opmars, waarbij het de plaats Hoogeveen uiteindelijk op de landelijke voetbalkaart zette door in 1978 landskampioen bij de zondagamateurs te worden. Voetballen voor 4000 toeschouwers was in die tijd meer regel dan uitzondering.

Midden jaren tachtig beleefde men opnieuw een succesvolle periode. Onder leiding van Thiemo Meertens was men wederom heel dichtbij de titel in de Hoofdklasse. Daarna brak een mindere periode aan met ups en downs, waarbij er zelfs in de tweede klasse werd gespeeld. Dat Hoogeveen altijd weer terugkomt, bleek vorig seizoen toen men tot de laatste speeldag in de race was van het kampioenschap van de Hoofdklasse. Een bijzondere prestatie, ondanks dat het niet meer het hoogste amateurniveau is. 

Hoogeveen-landskampioen 1978
Ton Neppelenbroek, Jan Wielink en Thiemo Meertens (succesvolle periode midden jaren tachtig)

Door Henk Boer

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.